injecteren
Veel patiënten hebben vloeibare medicatie nodig, deze medicatie gaat soms via een infuus. Maar ook via een injectie. Deze injectie kan op veel verschillende plekken en manieren, want de injectie moet op de juiste plek geïnjecteerd worden. Het is dus belangrijk om te weten waar en hoeveel je van de juiste medicatie toe gaat dienen bij de patiënt. Injecteren is erg makkelijk en er zijn zelfs patiënten die zichzelf injecteren met medicatie. Het is uiteraard mogelijk om een mantelzorger uitleg te geven over het injecteren, zodat een mantelzorger ook gemakkelijk kan injecteren indien de patiënt thuis is.
Inhoudsopgave
Subcutaan injecteren
Subcutaan injecteren betekent dat je onder de huid gaat injecteren. De definitie van subcutaan is dan ook, onder de huid. De injectie wordt dus niet in de huid gegeven, maar juist onder de huid. Je kan niet overal een patiënt subcutaan injecteren, omdat de injectie niet in de bloedvaten mag komen. het is dus belangrijk dat je een goede voorbereiding hebt bij het subcutaan injecteren. De plaatsbepaling is erg belangrijk. Bij subcutaan injecteren is het belangrijk dat je goed onder de huis injecteert. Je moet dus goed de ruimte hebben om onder de huid te kunnen injecteren. Dit kan op de buik, op de bovenbenen en op de bovenarmen.
Bij de buik is het belangrijk dat je 3 vingers afstand houd van de navel, omdat bij de navel erg veel zenuwen en bloedvaten lopen. Verder kun je de buik injecteren op de buik vanaf ongeveer je middel tot onder de navel.
Er kan geïnjecteerd worden bij de bovenbenen, maar dit kan alleen aan de buitenkant en dan in het middelste gedeelte. Bij de binnenkant van het been lopen veel grote bloedvaten onder de huid, daarom moet je niet injecteren aan de binnenkant van het been.
Je kunt ook in de bovenarm injecteren. In de bovenarm is het onderhuidse vetweefsel niet dik. Het is wel belangrijk om de juiste naaldlengte te kiezen. Echter moet je wel wisselen van prikplaats en prik niet in een blauwe plek, zweer of wond.
Intramusculair injecteren
Intramusculair betekent letterlijk, in een spier. Dus als je intramusculair injecteert dan injecteer je in een spier. Deze soort injectie mag alleen door een arts of geschoolde verpleegkundige (in opdracht van een arts) geïnjecteerd worden. Een intramusculaire injectie is voornamelijk een vaccinatie, maar ook vitamines en pijnstillende medicijnen worden in een spier geïnjecteerd. Het beste is om te injecteren in grote spieren, omdat kleine spieren vaak aangespannen zijn en dat is pijnlijker dan een spier die ontspannen is. Ook is de kans op een nabloeding groter bij een kleine spier. De meest gebruikte spieren bij een injectie zijn de m. deltoideus (de proximale bovenarmspier) en de m. vastus lateralis (buitenkant van het bovenbeen).
Het is belangrijk om niet een bloedvat aan te prikken, omdat dit in de ergste gevallen tot een shock of coma kan leiden. Verder kan er bloed aan de naald blijven hangen, waardoor je die bij een andere patient toedient. Dit kan leiden tot het samen klonteren van het bloed in de patient zijn lichaam, dit samenklonteren is erg pijnlijk voor de patient.
Intraveneus injecteren
Het intraveneus injecteren betekent dat je in een ader gaat injecteren. Intraveneus betekent dan ook ‘’in een ader’’. Deze injectie methode wordt voornamelijk gebruikt voor geneesmiddelen. Deze injectie methode mag alleen gedaan worden door een arts of een verpleegkundige. Deze methode is bijna pijnloos en is heeft een zeer snel effect. Er is echter bij een vergissing geen weg terug! Je spuit dit in een ‘’normale’’ ader in plaats van een slagader, want dit kan tot vaatkramp en necrose leiden.
Hoe moet je injecteren?
Het is belangrijk om te weten hoe je moet injecteren, zodat je het kan uitleggen aan een eventuele mantelzorger of aan de patiënt zelf. Dan kan de patiënt zichzelf injecteren met de juiste dosering van zijn of haar medicatie. Controleer goed op de klant-en-klare spuit of de verpakking intact is en dat de houdbaarheidsdatum niet verstreken is. Was uw handen en ze je materiaal klaar op een schone ondergrond. Open de verpakking, maar laat de spuit inde verpakking liggen. Bij de kant-en-klare injectiespuiten zin een luchtbel, verwijder deze luchtbel niet. Deze luchtbel zorgt ervoor dat alle vloeistof wordt geïnjecteerd en zo kun je de juiste dosering toedienen bij de patiënt. De naald zal zich vullen met lucht, zodat alle werkzame stof toegediend wordt.