Medisch rekenen ampullen

Een van de onderdelen van medisch rekenen bij de opleiding tot verpleegkundige IG, is medisch rekenen ampullen, ook wel medisch rekenen injecteren genoemd. Een ampul gebruik je om een injectiespuit mee te vullen. Een injectiespuit is een van de vele manieren om medicijnen toe te dienen. Ook vaccins worden veelal geïnjecteerd met een injectiespuit. In deze les leren we je wat een ampul is en hoe je deze gebruikt om een injectiespuit te vullen met de juiste dosering. Ook leggen we je uit hoe je rekent met percentages. 

 


Inhoudsopgave: 



Wat is een ampul?





Een ampul is een flesje van glas of plastic, waarin vloeibare medicinale stoffen in bewaard worden. Dit zijn steriele stoffen, bedoeld voor injecties. De injectiespuit bevat uiteindelijk een oplossing, die je gebruikt om mensen mee te injecteren.  

Op het etiket van de ampul staat altijd wat erin zit. Dit kan weer op allerlei manieren zijn aangegeven en met verschillende eenheden of percentages zijn aangeduid. Goed lezen en stapsgewijs te werk gaan is het advies. Wat heb je en wat is het voorschrift?  

 



Wat komt er in de injectiespuit? 

In de injectiespuit komt een oplossing. Dat wil zeggen de inhoud van de ampul (het medicijn), opgelost in water of in fysiologisch zout. Een fysiologische zoutoplossing is een oplossing in een verhouding van 9 gram keukenzout per liter water. Voor mensen is deze verhouding de meest gunstige om te gebruiken. Ook bij toediening per infuus wordt fysiologisch zout gebruikt. 

Op een injectiespuit staan maatstreepjes. Afhankelijk van de grootte van de spuit is een streepje 0,1 ml, 1 ml of bijvoorbeeld 5 ml. 

 




Hoe ga je te werk? 

Het betreffende medicijn zit in een ampul waar op het etiket staat wat er precies in zit. Dit kan op allerlei manieren zijn aangeduid met verschillende eenheden (microgram, IE, een percentage…). IE betekent hier Internationale Eenheden. Lees altijd alle informatie die tot je komt goed door. Er is vaak veel informatie beschikbaar, maar niet alle informatie is van belang. Een goede regel om hierbij te hanteren is dat je eerst kijkt naar wat er is voorgeschreven en dan naar wat je tot je beschikking hebt. Dus wat heb ik en wat heb ik nodig? 

 

Voorbeeld 1

Beschikbaar is een oplossing van 40 mg/ml. Het voorschrift is 70 mg. 

Hoeveel ml moet je nu injecteren? 

Uitwerking:

Dus 1 ml geeft 40 mg, maar je hebt nodig 70 mg. 

Antwoord: 70 / 40 = 1,75 ml

 

Voorbeeld 2

Er is een ampul met 100 IE per ml. De medicatie schrijft 30 eenheden voor. Hoeveel ml is dit? 

Uitwerking:

Je hebt 100 IE per 1 ml

Je hebt nodig 30 IE

Antwoord:

30 / 100 = 0,3 ml

 

Voorbeeld 3

Als wondverzorging is er driemaal daags antibioticum voorgeschreven van 800.000 IE. Je hebt 5 ampullen met elk 1,3 miljoen IE. Hoeveel dagen doe je hiermee? 

Uitwerking:

Per dag nodig 800.000 IE

Aanwezig is 1.300.000 x 5 = 6.500.000.

Antwoord:

6.500.000 / 800.000 = 8,125. 

De achtste dag moet je ampullen aanvullen. 

 



Rekenen met percentages

Voorbeeld 1, 2 en 3 waren nog wel eenvoudig, maar met percentages erbij wordt het weer wat lastiger. Bepaalde medicijnen zijn oplossingen die in percentages worden aangegeven. Hoe hoger het percentage, hoe sterker de concentratie van de oplossing. Een voorbeeld van een oplossing in percentages is een 5% morfine-oplossing. 

 



Wat betekent een oplossing in percentages? 

Wat is dat precies, een oplossing van 5%? Een oplossing van 5% wil zeggen: 5 gram stof in 100 ml en 5 gram is 5000 mg. Dus er gaat 5000 mg in 100 ml. Dan gaat er 50 mg in 1 ml. Je kan ook de factor 10 onthouden. Dus een oplossing van 5% is 50 (5 x 10) mg per ml. Dit geldt ook in andere gevallen. Bijvoorbeeld bij een oplossing van 1 % wordt het dan 10 mg per ml en bij een oplossing van 0,25% wordt het 2,5 mg per ml…enzovoort. Als de oplossing in promillage is weergegeven, dan vermenigvuldig je niet met 10, maar met 100 natuurlijk. 


Voorbeeld 4

Een voorbeeld is een morfine-oplossing van 5%. Stel dat de voorgeschreven pijnmedicatie voor een patiënt 10 mg is en de spuit bevat 0,25 ml aan oplossing. 

Hoeveel mg zit er in een volle spuit? Hoeveel ml injecteer ik dan om tot de juiste toediening van het voorgeschreven medicijn te komen? 

 

Uitwerking en antwoorden:

  • Het medicijn is 5%, dus 50 mg per 1 ml. 
  • De injectiespuit is maar 0,25 ml en niet 1 ml. Per 0,25 ml wordt het 0,25 x 50 = 12,5 mg. In verhouding komt 50 mg per 1 ml dus overeen met 12,5 mg per 0,25 ml, of wel 4x zo weinig. 
  • Maar er is voorgeschreven 10 mg en niet 12,5 mg. Je kan dus niet de hele spuit injecteren, maar 10/12,5 x 0,25 = 0,2 ml of wel 80% (10 is 80% van 12,5). 


Voorbeeld 5

Je wilt neusdruppels maken met een

3%-zoutoplossing en je wilt 250 ml maken. Hoeveel zout en hoeveel water heb je dan nodig? 

 

Uitwerking en antwoorden: 

3% wil zeggen 30 mg per ml. 

Je wilt echter 250 ml dus 30 x 250 = 7500 mg zout nodig. Het zout is 3% van de totale oplossing. Het resterende deel (water) is dan 97%. De totale oplossing is 250 ml. Het benodigde water wordt dan 250 x 97% is 242,50 ml. 



Samengevat 

De ampullen bevatten de werkzame stof (het medicijn) wat opgelost wordt in water of in fysiologisch zout. Deze oplossing komt in de injectiespuit en is injectievloeistof die wordt ingespoten. 

 

Nog wat tips 

Medisch rekenen ampullen (injecteren) doe je het beste door de volgende tips in acht te nemen:

  1. Oefen veel verschillende opgaven
  2. onthoudt de factor 10 bij oplossingen die in percentages worden aangeduid (bij promillages is de factor 100).
  3. Vergelijk geen appels met peren als er verschillende eenheden door elkaar vermeld worden. 
  4. Werk stapsgewijs en overzichtelijk
  5. Bepaal: wat heb ik en wat is er nodig
  6. Wat staat er op het etiket of de bijsluiter van de ampul? 
  7. Lees goed de vraag door
  8. Succes! 



Ook slagen voor je medisch reken examen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het medisch reken examen? Doe dan de Medisch reken training van medischrekenenoefenenen.nl. Met de Medisch reken training kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van medisch rekenen onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter zult gaan scoren op de verschillende onderdelen van het examen. Bekijk hieronder 👇  onze trainingspakketten.