Medisch rekenen met procenten? gratis oefenen
Als verpleegkundige moet je goed kunnen rekenen. Je moet de juiste hoeveelheden
medicatie toe kunnen dienen en daarnaast weten hoeveel van een bepaalde stof ergens
inzit. Daarom hechten werkgevers en docenten veel waarde aan goede scores voor de toets.
Zonder een goede score kun je ook geen diploma in ontvangst nemen en is jouw uitzicht op
een goede baan slechter. Je moet daarom goed aan de slag gaan met dit onderdeel.
Onderstaande informatie geeft jou meer inzicht in medisch rekenen met procenten, zodat je
jezelf goed voor kunt bereiden op de toets.
Inhoudsopgave
Wat is medisch rekenen met procenten?
Hoe kun je medisch rekenen met procenten?
Voorbereiden op medisch rekenen met procenten?
Wat is medisch rekenen met procenten?
Procenten zijn een vast onderdeel van medisch rekenen. Procent is een Latijns woord, dat
‘per centrum’ betekent. Dit staat ook gelijk aan per honderd. Ieder procent is dus een op de
honderd en wordt aangeduid met %. Wanneer je weet dat 1 procent altijd 1 op de 100
betekent, kun je steeds verder doorrekenen. Hierdoor heb je ook sneller onder de knie
hoeveel procent iets kan zijn. Een voorbeeld 78 liter van de 100 liter. Wanneer je dit ziet
staan in een vraag, weet je dat dit 78 procent moet zijn.
Medisch rekenen met procenten wordt voornamelijk gebruikt wanneer je verhoudingen uit
moet gaan rekenen in bepaalde stoffen of medicijnen. Je kunt met procenten aangeven hoe
groot een deel van een geheel is. Denk hierbij aan 1 op 100. Dit betekent dat er 1 procent
van iets aanwezig is. Zo kun je bijvoorbeeld ook een deel van het geheel weten en terug
moeten rekenen om tot het geheel te komen. Er kan tijdens jouw toets dus van alles
gevraagd te worden. Je moet te allen tijde ervoor zorgen dat je jouw aandacht bij de
opdrachten houdt, zodat je de juiste antwoorden geeft bij de vragen.
Hoe kun je medisch rekenen met procenten?
Om aan de slag te gaan met medisch rekenen met procenten moet je weten hoe je dit het
beste aan kunt pakken. Vaak wordt een bepaald percentage van een bepaald deel gevraagd.
Als voorbeeld 25 procent van 200. Om dit het beste te kunnen berekenen moet je beginnen
met het uitrekenen van 1 procent. Hiermee maak je het voor jezelf makkelijker en kun je ook
eenvoudiger aan de grotere getallen komen.
1 procent van 200 is 2. Hier kun je achter komen door 200 te delen door 100. Je kunt immers
maar tot 100 procent hebben als je naar delen gaat kijken. Wanneer je 1 procent hebt
uitgerekend ga je berekenen hoeveel 25 procent van 200 is. De uitkomst van jouw eerste
berekening kun je vermenigvuldigen met 25. Jouw som wordt hierdoor 25 x 2 = 50. 25
procent van 200 is dus 50.
Een ander voorbeeld is 20 procent van 25. Dit ga je op dezelfde manier aanpakken als
hierboven vermeld staat. Je begint dus weer met 1 procent van 25 te berekenen. Je moet
hiervoor 25 delen door 100. 25 : 100 = 0,25. Daarna vermenigvuldig je het met 20, want je
wilt immers weten hoeveel 20 procent van 25 is. 0,25 x 20 = 5. Het goede antwoord hierop is dus 5. Houd er bij deze voorbeelden wel rekening mee dat dit de eenvoudige manier van
vraagstelling is. In veel gevallen wordt het aan jou moeilijker gevraagd, waardoor je nog
beter op moet letten welke vraag je moet beantwoorden.
Verhaalsommen maken het lastiger
De moeilijkere vragen komen vaak in de vorm van een verhaal. Onderstaand volgt een
voorbeeld, zodat je weet wat hiermee bedoeld wordt:
Een potje voedingssupplement magnesium en vitamine D3 bevat 120 tabletten die samen
125 gram wegen. Een dagdosering van 3 tabletten bevat 3 mg vitamine D3. Wanneer je het
etiket bekijkt, zie je dat deze dosering 60 procent van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid
D3 is. Wat is de ADH D3 van een patiënt?
3 mg komt in deze vraag overeen met 60 procent. Je moet aan de hand van het aantal
procenten berekenen hoeveel tabletten de maximale Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid
bevatten.
Hiervoor kun je een tabel maken. Op de bovenste rij vul je het aantal milligram vitamine D3
in en op de onderste rij het percentage. Hierdoor krijg je op de bovenste rij 3, 1 en 2 te staan
en het laatste vak laat je in eerste instantie open. Bij de percentages vul je 60, 20, 40 en 100
in. Je moet nu gaan kijken wat je in de bovenste rij moet invullen om de reeks compleet te
maken. Dit kun je doen door te bekijken hoeveel 1 tablet is in verhouding met de 3 tabletten
die gegeven zijn. Je deelt hiervoor 60 procent door 3. 60 : 3 = 20. 1 tablet is dus 20 procent
van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Er past 5 x 20 in 100. Daarom doe je 1 x 5 = 5. De
Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid is 5 mg.
Voorbereiden op medisch rekenen met procenten?
Voordat je aan de toets gaat beginnen moet je jezelf zo goed mogelijk voorbereiden. Dit
begint met de basisregels van rekenen. Je moet immers precies weten wat deze regels zijn
om alle sommen op de juiste manier uit te kunnen rekenen. Maak daarom zoveel mogelijk
oefeningen om jouw algemene kennis up-to-date te houden. Denk hierbij ook aan de
volgorde waarin je de sommen op moet lossen.
Wanneer je de basis onder de knie hebt, kun je aan de slag gaan met de moeilijkere
vraagstukken. Zorg er niet alleen voor dat je de zinnen kent, maar ook wanneer alle
informatie in de vorm van een verhaal staan. Je moet hiervoor ook goed begrijpend kunnen
lezen en kunnen analyseren welke informatie niet relevant is voor het beantwoorden van de
vraag. Ga hier daarom ook mee aan de slag en zorg ervoor dat je alles onder de knie hebt
voordat je aan de toets begint.
Blijf zoveel mogelijk oefenen. Er zijn veel verschillende voorbeeldoefeningen te vinden waar
jij mee aan de slag gaat. Maak hierbij een goede afwisseling tussen de verschillende
oefeningen, zodat je niet alleen aan de slag gaat met de eenvoudige vragen, maar ook de
lastige vragen een aantal keer gezien hebt. Op deze manier heb je altijd de goede basis en ga
je merken dat je jouw toets veel beter afgerond wordt en je jouw papiertje aan het einde
van de rit dubbel en dwars verdiend hebt.