Medisch rekenen vochtbalans | Gratis Oefeningen & Informatie
Medisch rekenen is een onderdeel van de opleiding tot verpleegkundige individuele gezondheidszorg of wel verpleegkundige IG. Het is belangrijk dat een verpleegkundige de juiste hoeveelheden weet te berekenen. Dit kan om medicatie gaan, maar ook om het toedienen van vocht. Dit meten noemt men medisch rekenen. Medisch rekenen is in verschillende situaties nodig. In dit artikel beperken we ons tot de vochtbalans.
Wat is vochtbalans? Hoe meet ik de vochtbalans? Wat is een positieve vochtbalans en wat is een negatieve vochtbalans? Hoe bereken ik de vochtbalans? Op al deze vragen geven wij je een antwoord.
Inhoudsopgave:
Hoe belangrijk is medisch rekenen?
Rekenen kan best lastig zijn, vooral als je niet zo cijfermatig bent ingesteld. Om te slagen voor het beroep Verpleegkundige IG, is het toch nodig om dit onder de knie te krijgen. Met onze huidige technieken kan er weliswaar veel automatisch berekend worden, maar het is niet verstandig als je dit doet zonder dat je zelf begrijpt wat er precies berekend wordt. Een foute dosering kan fataal zijn en dat willen we te allen tijde voorkomen. Medisch rekenen (ook wel verpleegkundig rekenen genoemd) is dus een essentieel onderdeel van de opleiding tot verpleegkundige IG.
Wat is vochtbalans?
Het woord ‘balans’ doet je denken aan een weegschaal of aan een boekhoudkundig overzicht. Bij vochtbalans moet je meer richting boekhouding denken. Er is een ontvangende stroom (plus) en een uitgaande stroom (min). De vochtbalans is niets meer dan het verschil tussen het opgenomen vocht (plus) en het uitgescheiden vocht (min) in iemands lichaam. Het gaat dus om de verhouding tussen binnenkomend en uitgaand vocht. Het saldo tussen plus en min.
Vochtbalans in het dagelijks leven
Via eten en drinken nemen we vocht op, via urine, ontlasting, transpiratie en het uitademen van lucht met de longen, scheiden we vocht uit. Bij het vrijmaken van energie uit onze voeding wordt er ook vocht gevormd; dit noemt men oxidatiewater. Ook huilen is natuurlijk een manier om vocht te verliezen. Niet voor niets dus dat we iemand die huilt vaak iets te drinken geven. Onze nieren, longen, het hart en de huid (transpiratie) spelen een belangrijke rol bij onze vochthuishouding. Als de vochtbalans verstoord raakt, raakt ook de vochthuishouding uit evenwicht.
Een normale vochtbalans
Bij een gezond mens is opname en uitscheiding van vocht in evenwicht. De balans slaat niet teveel één kant uit. Het lichaam van een gezond mens zal zelf de balans telkens automatisch herstellen. Onder normale, gemiddelde omstandigheden is de vochtbalans van een mens als volgt:
- Vochtopname 2600 ml per dag, waarvan 1000 ml via voeding, 1250 via drinken en 350 als oxidatiewater
- Vochtuitscheiding eveneens 2600 ml per dag, waarvan 1500 ml via urine, 100 ml via ontlasting, 500 ml via de longen door het uitademen van lucht en 500 ml via de huid door transpiratie.
Onevenwichtige vochtbalans
Als de vochtbalans uit evenwicht is, is er of teveel vocht of te weinig.
- Er is teveel vocht: vochtophopingen (ook wel oedemen genaamd) ontstaan als het opgenomen vocht in het lichaam hoger is dan het uitgescheiden vocht. Er is een vochtoverschot in het lichaam. De vochtbalans is dan positief.
- Er is te weinig vocht: bij bijvoorbeeld koorts of diarree wordt er juist meer vocht uitgescheiden dan dat er wordt opgenomen en ontstaat er een tekort. Dit kan uitdroging tot gevolg hebben. De vochtbalans is dan negatief.
Opmaken vochtbalans
Als er een vermoeden bestaat dat er een verstoorde vochthuishouding is, is het zinvol om een vochtbalans te gaan bijhouden. Meten is weten, dus we houden alles bij. Je kan het zien als een soort dagboek, maar dan digitaal. Let hierbij op hoeveel ml er in een glas, een kopje, een mok…enzovoort gaat. De urine dien je op te vangen om zo te kunnen meten hoeveel ml urine het lichaam heeft afgescheiden. Je kan hiervoor een maatbeker gebruiken. Wondvocht kan je opmeten door middel van een wonddrain.
Hoe meet je de vochtbalans op?
Het berekenen van de vochtbalans wordt altijd gedaan over een periode van 24 uur (een etmaal). Je dient alles te berekenen in milliliters (ml) . Een liter is 1000 ml, een halve liter is 500 ml en een kwart liter is 250 ml en bijvoorbeeld 0,2 liter is 200 ml (0,2 x 1000).
Het saldo is het verschil tussen de opname en de afscheiding. Is dit saldo hoger dan nul, dan spreken we van een positieve vochtbalans, is het saldo lager dan nul, dan spreken we van een negatieve vochtbalans.
Vochtopname (noteren aan de pluskant)
- Hoeveel vocht is er via infuus toegediend
- Hoeveel is er de afgelopen 24 uur gedronken?
- Is de hoeveelheid vocht opgenomen in het lichaam door voeding?
Vochtuitscheiding (noteren aan de minkant)
- Hoeveel vocht is er uitgescheiden door urine over de afgelopen 24 uur?
- Hoeveel vochtverlies is er door wondvocht?
Rekenvoorbeeld positieve vochtbalans
- Opname: 1,5 liter via infuus, 1 liter via drinken, 150 ml door eten.
- Uitscheiding: door urine 1500 ml, door wonddrain 200 ml
In dit geval:
- Aan de pluskant: 1500 ml infuus + 1000 ml drinken + 150 ml eten = + 2650 ml
- Aan de minkant: 1500 ml urine + 200 ml wonddrain = 1700 ml
Saldo: 2650 – 1700 = 950 ml
De vochtbalans is dus positief.
Rekenvoorbeeld negatieve vochtbalans
Zou het saldo onder de nul uitkomen, dan spreken we van een negatieve vochtbalans.
Stel we nemen hetzelfde voorbeeld als hiervoor, maar met een infuus van 1 liter en maar een halve liter drinken, dan wordt het:
In dit geval:
- Aan de pluskant:
1000 ml infuus + 500 ml drinken + 150 ml eten = 1650 ml
- Aan de minkant:
1500 ml urine + 200 ml wonddrain = 1700 ml
Saldo: 1650 – 1700 = – 50 ml
De vochtbalans is dus negatief.
Vochtbalans berekenen is helemaal niet moeilijk
Nu weet je in grote lijnen wat vochtbalans betekent en je weet hoe je de vochtbalans dient op te meten. Je weet nu wanneer de vochtbalans positief is en wanneer de vochtbalans negatief is. Met de rekenvoorbeelden is één en ander concreet verduidelijkt. Voor dit onderdeel zal je wel slagen.