Oplossingen medisch rekenen
Bij medisch rekenen, reken je vooral met veel basisonderdelen. Oplossingen en verdunningen zijn hierbij basis van het medisch rekenen. Je rekent namelijk met 1 formule, door middel van deze formule weet je wat je oplossing is en hoeveel stof je toe moet voegen om je verdunning compleet te maken en deze toe te gaan dienen bij je patiënt. Om deze formules te gaan gebruiken moet je de basis regels van rekenen goed beheersen, denk hierbij aan het metrisch stelsel, de inhoudsregels en rekenen met procenten.
Inhoudsopgave
Wat is een oplossing
Een oplossing is een medicijn waar je een vloeistof bij hebt gedaan, dus je hebt een vloeistof met een medicijn die is opgelost. Deze oplossing moet je berekenen met een specifieke formule, zodat je de juiste eenheden en inhoud hebt bij het medicijn. Dit kan in de hieronder gegeven inhoudsmaten. Daarbij is de concentratie in een percentage weergegeven. Dit percentage geeft aan hoeveel van een vloeistof bij een medicijn is opgelost en dit telt ook voor de voorraad in de formule.
1% = 1 gram in 100 ml
1% = 1 ml in 100 ml
1% = 10 mg in 1 ml
1% = 100IE in 1 ml
Oplossing rekenen
Een arts moet soms een patiënt injecteren met een oplossing. Echter moet deze oplossing nog gemaakt worden, dus moet je een vloeistof toevoegen bij je medicijn. Dan krijg je een oplossing. Je moet specifiek zijn dus je moet goed berekenen wat je moet toevoegen voor de vloeistof. Een arts kan in andere inhoudsmaten informatie geven over je oplossing. Je moet dus de inhoudsmaten goed beheersen wil je dit onderdeel van medisch rekenen goed en gemakkelijk berekenen. De arts kan het bijvoorbeeld de oplossing in milligram, gram, milliliter en internationale eenheden (IE), maar je wilt het in milliliter hebben. dan moet je het dus omrekenen naar je gewenste inhoudseenheid. Je hebt bij je oplossing al een aanwezige vloeistof, dit heet aanwezig met de afkorting ‘’A’’. Naast de aanwezige vloeistof moet je ook iets toevoegen, dit is voorraad met de afkorting ‘’V’’. Oplossingen reken je gemakkelijk door het delen van je voorraad met aanwezig, dus de formule is voorraad (V) : aanwezig (A) = oplossing. Schrijf deze formule altijd op bij je vraag, zodat je een goed overzicht hebt over je sommen. Als je deze formule hebt gebruikt weet je precies wat je moet toevoegen bij je oplossing zodat je de juiste oplossing hebt om die vervolgens te kunnen injecteren bij de patiënt.
Oefenvragen
Opgave 1.
Iemand moet een zoutoplossing 5% maken van in totaal 80 cl. Hoeveel gram zout heb je hiervoor nodig?
Opgave 2.
Je moet 0,4 liter suikeroplossing 8% maken. Hoeveel gram suiker heb je hiervoor nodig?
Opgave 3.
Hoeveel gram Halamid is er opgelost in een 0,5 % - oplossing van 200 ml?
Opgave 4.
Hoeveel gram glucose is er opgelost in een 4 % - oplossing van 400 ml?
Opgave 5.
In een halamidoplossing van 400 ml zit 8 gram halamid opgelost. Wat is de sterkte van de oplossing?
Antwoorden
Opgave 1.
5% = 5 g /100 ml
80 cl = 80 x 10 = 800 ml
Gram - 5 g 40 g
Milliliter 100 ml 800 ml
Dus je hebt 40 gram zout nodig voor de oplossing.
Opgave 2.
8 % = 8 g / 100 ml
0,4 liter = 400 ml
Gram 8 g 32 g
Milliliter 100 ml 400 ml
Dus je hebt 32 gram suiker nodig voor de oplossing.
Opgave 3.
0,5 % = 0,5 g / 100 ml
Gram 0,5 g 1 g
Milliliter 100 ml 200 ml
Er is dus 1 gram opgelost in een oplossing van 200 milliliter.
Opgave 4.
4 % = 4 g / 100 ml
Gram 4g 16 g
Milliliter 100 ml 400 ml
Dus er is 16 g glucose opgelost in een oplossing van 400 ml.
Opgave 5.
Gram 8 g 2 g
Milliliter 400 ml 100 ml
2 gram = 2 procent
Dus de sterkte van de oplossing is 2 %
Ook slagen voor je medisch rekenexamen?
Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het medisch rekenexamen? Doe dan de medisch rekentraining van medischrekenenoefenenen.nl. Met de medisch rekentraining kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van medisch rekenen onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je ervoor dat je beter zult gaan scoren op de verschillende onderdelen van het examen. Bekijk hieronder onze trainingspakketten.