Vochtbalans berekening

Als je iets eet of drinkt krijg je vocht binnen. Dat vocht plas je daarna weer uit. Als je dit allemaal opschrijft in een overzicht, dan heet dat een vochtbalans. Een vochtbalans wordt per dag bijgehouden, bij een nieuwe dag start dus ook een nieuwe vochtbalans. Een vochtbalans bijhouden wordt gedaan als er een kans bestaat dat een patiënt teveel vocht vasthoudt, of te veel vocht verliest. Ook na een operatie wordt er vaak een vochtbalans gestart. Het bijhouden van een vochtbalans stopt pas, als de hoeveelheid vocht die de patiënt inneemt gelijk is aan de hoeveelheid vocht die de patiënt verliest door middel van urineren. De vochtbalans is dan in evenwicht. 


Inhoudsopgave

Wat is een vochtbalans?



Een vochtbalans is een balans waarin staat hoeveel vocht de patiënt binnenkrijgt en hoeveel vocht hij of zij verliest. De patiënt moet voor zo’n vochtbalans bijhouden hoeveel hij of zij drinkt en hoeveel de patiënt urineert. Een arts kan door de informatie van de vochtbalans een eventuele behandeling aanpassen. Wanneer de patiënt evenveel vocht binnenkrijgt als hij verliest, heb je een vochtbalans die in evenwichtig is. De vochtbalans kan verstoord worden door bijvoorbeeld koorts, diarree of overgeven. De patiënt houdt zelf bij wat hij eet en drinkt en aan het einde van iedere dienst kijkt de arts samen met de patiënt of de balans klopt of niet. 

 

Bijhouden van een vochtbalans

Het bijhouden van een vochtbalans wordt gedaan door de verpleegkundige, maar soms ook door de patiënt zelf. De patiënt moet zelf bijhouden wat hij of zij eet. De verpleegkundige houdt dit ook bij en vergelijkt aan het einde van de dienst of deze balans klopt of niet. Als de patiënt naar het toilet moet, dan krijgt de patiënt een po of een urinaal mee om in te plassen. Dit doet de verpleegkundige om de hoeveelheid urine te kunnen meten. Heeft de patiënt een katheter, dan zit er een slangetje in de blaas, de urine komt dan in een zak terecht. De inhoud van deze zak wordt opgemeten en in de vochtbalans gezet. 

 

Als de patiënt een infuus heeft, dan wordt er hierdoor voeding gegeven. Deze voeding wordt bijgehouden door de verpleegkundige, dus dat hoeft de patiënt niet zelf te doen. De verpleegkundige schrijft dit zelf op in de vochtbalans. Er ligt ook een aanstreeplijst om te noteren wat de patiënt verder nog eet aan yoghurt, pap, vruchtenmoes of vla. 

 

Vaak wordt de patiënt ook gewogen, dat gebeurt dan iedere dag op een vast tijdstip. Er ligt een invullijst klaar, zodat de patiënt zelf de vochtbalans in kan vullen. Zo kan de verpleegkundige ervoor zorgen dat de vochtbalans op de juiste manier ingevuld wordt. Hieronder kun je in een video zien hoe je een vochtbalans op moet stellen. 


Positieve en negatieve vochtbalans

De vochtbalans loopt een heel etmaal, dus 24 uur. Als de patiënt meer vocht binnen krijgt dan hij verliest, dan betekent dat, dat er te veel vocht achterblijft in het lichaam. Dit heet een positieve vochtbalans. Als een patiënt een positieve vochtbalans heeft, dan kan de patiënt klachten krijgen zoals benauwdheid en opgezette enkels. Het is ook mogelijk om een negatieve vochtbalans te hebben. Je verliest dan meer vocht dan je binnenkrijgt. De patiënt kan daardoor last krijgen van onder meer hoofdpijn en vermoeidheid. Als de vochtbalans in evenwicht is, is de hoeveelheid vocht die de patiënt binnenkrijgt gelijk aan de hoeveelheid die de patiënt verliest. 

 

Neus-maagsonde

Als de patiënt extra voeding nodig heeft, dan kan worden gegeven met behulp van een neus-maagsonde. De patiënt krijgt dan zijn voeding binnen via een slangetje dat via de neus naar de maag loopt. Het is ook mogelijk dat via de neus-maagsonde, de maag leeg gehouden wordt. Dit gebeurt alleen wanneer de maag de hoeveelheid vocht niet kan verwerken. Dit houdt de verpleegkundige allemaal bij op de vochtbalans, zodat de patiënt zich hier geen zorgen om hoeft te maken. 


Vochtbeperking

Soms krijgt de patiënt een vochtbeperking van de arts. Dit is dan, omdat het hart of de nieren van de patiënt het vocht niet goed kunnen verwerken. De patiënt krijgt dan een beperking van de hoeveelheid vocht die hij binnen mag krijgen. Dat kan bijvoorbeeld maximaal 1,5 liter per 24 uur zijn. 

 

Nog meer medisch rekenen oefenen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het medisch rekenexamen? Doe dan de medisch rekentraining van medischrekenenoefenenen.nl. Met de medisch rekentraining kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van medisch rekenen onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je ervoor dat je beter zult gaan scoren op de verschillende onderdelen van het examen. Bekijk hieronder onze trainingspakketten.