Medisch rekenen oefenen tabletten

Medisch rekenen is een belangrijk onderdeel van het werk in de zorgsector. Het gaat hierbij om het berekenen van de juiste doseringen van medicijnen en het interpreteren van metingen zoals bloeddruk, temperatuur en hartslag. Om goed te kunnen rekenen is oefening nodig. Met behulp van een tablet en de juiste oefenopdrachten kan iedereen zijn of haar medisch rekenvaardigheden verbeteren. In dit artikel geven we tips en voorbeelden van oefenopdrachten met uitleg en de antwoorden.


Tips voor medisch rekenen

  1. Wees nauwkeurig: een kleine fout kan grote gevolgen hebben. Zorg dat je aandachtig en nauwkeurig te werk gaat.
  2. Weet welke eenheden je gebruikt: gebruik de juiste eenheden bij het uitvoeren van berekeningen. Zo voorkom je dat je de verkeerde doseringen berekent.
  3. Maak gebruik van hulpmiddelen: gebruik eventueel een rekenmachine of een app om berekeningen te maken.
  4. Maak het visueel: maak een tekening of schema om complexe berekeningen te vereenvoudigen en het overzicht te bewaren.
  5. Oefen regelmatig: oefen medisch rekenen regelmatig om de vaardigheden te onderhouden en te verbeteren.


Oefenopdrachten medisch rekenen

  • Opdracht 1: Bereken de dosering van een medicijn voor een patiënt op basis van het lichaamsgewicht.

Een patiënt weegt 80 kilogram en heeft een medicijn nodig met een dosering van 10 mg per kilogram lichaamsgewicht. Hoeveel milligram van het medicijn moet de patiënt innemen?

  • Opdracht 2: Bereken de infusiesnelheid van een medicijn.

Een patiënt heeft een infuus met een medicijn dat 20 mg per uur moet worden toegediend. Het medicijn zit in een oplossing van 500 ml. 

Hoeveel milliliter van de oplossing moet per uur worden toegediend?


Antwoorden oefenopdrachten medisch rekenen

  • Opdracht 1: Bereken de dosering van een medicijn voor een patiënt op basis van het lichaamsgewicht.

Antwoord: 800 mg

Uitleg: de dosering is 10 mg per kilogram lichaamsgewicht, dus 10 x 80 = 800 mg.

Antwoord: 2,4 ml per uur

Uitleg: de infusiesnelheid is 20 mg per uur en het medicijn zit in een oplossing van 500 ml. Om 20 mg per uur toe te dienen, is er 20/500 = 0,04 mg/ml nodig. Om 20 mg toe te dienen is er 20/0,04 = 500 ml nodig. Dus om 1 ml toe te dienen is er 1/500 = 0,002 ml nodig. Dus om 20 mg toe te dienen is er 20/0,002 = 10.000 ml nodig. Dat is 10 liter. Aangezien er per uur maar 2,4 ml nodig is, moet er dus 10 liter / (20/2,4) = 0,12 liter = 120 ml per uur


Ook slagen voor je verpleegkundig rekenexamen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het verpleegkundig rekenexamen? Doe dan de verpleegkundig rekentraining van medischrekenenoefenenen.nl. Met de verpleegkundig rekentraining kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van verpleegkundig rekenen onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je ervoor dat je beter zult gaan scoren op de verschillende onderdelen van het examen. Bekijk hieronder onze trainingspakketten.