Als verpleegkundige moet je een MBO- of HBO-opleiding volgen. Hierbij krijg je verschillende
vakken die jou klaarstomen voor het werkveld. Voordat je echter jouw diploma in ontvangst
mag nemen, moet je verschillende toetsen maken en deze afronden met een voldoende. Zo
kun je ook de toets medisch rekenen verwachten. Voor veel mensen wordt dit als een van
de lastigste toetsen ervaren, waardoor je jezelf er beter zo goed mogelijk op kunt
voorbereiden. Dit begint al door onderstaande informatie door te lezen, zodat je weet wat je
kunt verwachten.
Inhoudsopgave
Over de toets medisch rekenen
Verschillende onderdelen en voorbeeldvragen van de toets medisch rekenen
Tips voor het medisch rekenen
Over de toets medisch rekenen
Het bezitten van de kennis over medisch rekenen is van belang in het werkveld van een
verpleegkundige. Aan de hand van berekeningen wordt namelijk bepaald hoeveel
medicijnen een patiënt krijgt en hoe deze medicijnen klaargemaakt worden. Vaak worden
deze namelijk in verschillende zakken en partijen aangeleverd, waarna ze nog klaargemaakt
moeten worden voor gebruik. De verpleegkundige moet kunnen berekenen hoeveel van
ieder medicijn de zorgbehoevende toegediend krijgt en hoe bepaalde apparaten ingesteld
moeten worden.
De toets medisch rekenen geeft jou meer inzicht in jouw kennen en kunnen en kijkt hierbij
of je de juiste berekeningen kunt maken in het werkveld. Binnen het werkveld is het
namelijk van belang dat je niet alleen met hulpmiddelen kunt uitrekenen hoeveel milliliter er
toegediend moet worden, maar ook dat je dit uit je hoofd kunt doen. In spoedgevallen zijn
er immers ook niet altijd hulpmiddelen aanwezig om de berekeningen eenvoudiger te
maken. Je moet daarom goed kunnen hoofdrekenen en weten hoe je het voor jezelf het
snelst en het makkelijkst kunt berekenen.
Door middel van veel verschillende onderdelen te toetsten op de toets medisch rekenen
wordt gekeken of jij capabel bent om in het werkveld te opereren wanneer dit nodig is. Dit
houdt in dat je aangeleerd krijgt om te berekenen op welke stand een infuus ingesteld moet
worden, maar ook hoe je berekend welke samenstelling aan medicijnen er samen
toegediend moeten gaan worden. Je krijgt dus te maken met verschillende formules en
berekeningen, waarna je de verschillende vraagstukken beantwoordt.
Verschillende onderdelen en voorbeeldvragen van de toets medisch rekenen
De toets medisch rekenen bestaat uit veel verschillende onderdelen. Zo krijg je medicatie,
infusie en transfusie, intraveneus en concentraties. Zoals gezegd hebben deze allemaal hun
eigen manier van berekenen en komen hier ook verschillende formules bij kijken. Zo heb je
bij concentraties te maken met de verhoudingen van bepaalde stoffen binnen een stof. Dit
kan in verschillende eenheden worden gevraagd, waaronder een bepaald aantal liter per
100 liter. Echter kan het ook voor komen dat je moet gaan rekenen met mollen.
Een Mol-eenheid behoeft iets meer kennis van zaken. Waar je normaal met de basiskennis
van procenten al een heel eind mee kunt komen, moet je nu weten hoeveel een Mol is. Een
mol is 6 x 10 23 . Bij medicatie wordt de hoeveelheid van deze stof in de medicatie aangeduid
met millimol. Dit is 6 x 10 20 . Een voorbeeldvraag: Behalve in mmol per liter wordt een
bloedglucosespiegel ook wel in grammen per liter of milligrammen per deciliter uitgedrukt.
Laat aan de hand van een berekening zien dat 1 mmol/L hetzelfde is als 18 mg/dL en 0,18
g/L.
De toets medisch rekenen kent ook twee vormen van een infuus. De een is een
druppelgestuurd infuus en de ander een volumegestuurd infuus. Bij een druppelgestuurd
infuus moet je berekenen hoeveel de druppelsnelheid moet zijn. Je moet hierbij in
gedachten houden dat 1 mL 20 druppels is. De volgende vraag kan hierbij aan jou gesteld
worden: In 4 uur tijd moet 250 mL glucoseoplossing worden toegediend. Hoe groot moet de
druppelsnelheid zijn?
Bij een volumegestuurd infuus moet je de doorloopsnelheid berekenen. Dit gebeurt altijd
aan de hand van het aantal milliliters per uur. Hierbij kan de volgende vraag voor komen: De
patiënt krijgt insuline toegediend. De arts schrijft 4 IE per uur voor bij waarden hoger dan 30
mmol/L. Hoe moet je een spuit van 50 mL vullen en hoe stel je de pomp hierbij in?
In het geval van het berekenen van medicatie op de toets medisch rekenen moet je eerst
goed kijken naar de verschillende soorten medicatie. Bij tabletten moet je immers
berekenen hoeveel tabletten er nodig zijn, bij drankjes gaat het om het aantal milliliter dat
toegediend moet worden, bij injecteren moeten de spuiten op de juiste manier vullen en bij
inhalatiemedicatie moet je bekijken hoeveel inhalaties er uit een apparaat kunnen komen.
Aan de hand hiervan worden de vragen op een andere manier aan jou gesteld. Een van de
vragen die je kunt tegenkomen is: Jouw patiënt moet een keer per dag vernevelen. Per
behandeling krijgt hij 175 mg toegediend. De vloeistof is beschikbaar in ampullen van 400
mg per milliliter. Je moet 4 mL klaarmaken, waarbij de nodige hoeveelheid wordt aangevuld
met NaCl 0,9%. Hoeveel milliliter NaCL 0,9% moet eraan toegevoegd worden?
Tips voor het medisch rekenen
Er bestaan veel verschillende voorbeeldvragen voor de toets medisch rekenen. Het is
belangrijk dat je zoveel mogelijk gaat oefenen, zodat je gewend raakt aan de vraagstellingen.
Door steeds meer te oefenen ontwikkel je meer zelfvertrouwen, waardoor de vragen ook
steeds sneller gaan. Je weet immers beter wat je kunt verwachten en welke berekeningen
toegepast moeten worden.
Het is daarbij ook belangrijk dat je de vragen goed doorleest. De vragen komen vaak in de
vorm van een verhaal. In dit verhaal staat veel informatie vermeld die toegepast moet gaan
worden in de berekeningen. Bij de opdracht staan meerdere vragen. Per vraag heb je een
onderdeel van de informatie nodig. Door de verhalen aandachtig te lezen, kun je beter aan
de slag. Hierbij kun je ook een verhoudingstabel maken, waarin je het voor jezelf
overzichtelijk maakt en ook handigere berekeningen kunt maken.
