Oefenen verpleegkundig rekenen

Verpleegkundig rekenen is een ander woord voor medisch rekenen. In dit artikel vind je een mooi overzicht van alle onderdelen en je kunt gratis verpleegkundig rekenen oefenen. Je moet de toets van verpleegkundig rekenen met een voldoende afgerond hebben en je moet het vaak blijven herhalen om goed onder de knie te krijgen, oefenen is daarom zeker nodig. Bij ieder onderdeel zijn oefenvragen gegeven, zodat je elk onderdeel apart kunt oefenen.

 

Inhoudsopgave

 



Verpleegkundig rekenen onderdelen

 

Er zijn 6 modules bij verpleegkundig rekenen. Het is erg handig om de basis van het rekenen goed onder de knie te hebben, zodat je geen foutjes maakt met het rekenen met percentages, of het omrekenen van eenheden. Het kost veel tijd om deze modules goed uit je hoofd te leren, zeker als je nog niet bekend bent met verpleegkundig rekenen. Het is niet verstandig om de modules in een keer helemaal te doen, dat is veel werk, het is makkelijker om iedere dag een half uur te oefenen. Het is ook goed om elke dag een half uur iets te oefenen dat met verpleegkundig rekenen te maken heeft. Je wilt natuurlijk de toets halen. Ga daarom veel oefenen met de 6 verpleegkundig rekenen modules, dat zijn: infusie, druppelsnelheden, oplossen, vochtbalans, gassen en verdunnen.

 

Infusie

Als je een infuus moet berekenen, dan gaat dat over de druppelsnelheid. Je berekent hoeveel milliliter van de infuusvloeistof iemand per periode moet krijgen. Druppelsnelheid is niet voor alle vloeistoffen hetzelfde. Voor waterige stoffen geldt dat 1 milliliter = 20 druppels en voor bloed is 1 milliliter = 18 druppels. Als de toegediende vloeistof bestaat uit bloed, dan is dat een transfusie.

 

Oefenvraag

Bart krijgt 800 milliliter infusievloeistof per 12 uur. Hij is erg uitgedroogd en krijgt in deze periode 500 milliliter extra. Wat is de infusiesnelheid in milliliter per uur in die tijd? Afronden op een heel getal.

 

Antwoord

800 + 500 = 1300 milliliter. 1300 milliliter / 12 = 108,3

Dus in totaal krijgt Bart 108 milliliter infusievloeistof per uur.

 


 

Druppelsnelheid

Het verschil tussen druppelsnelheid en infusie, is dat bij een infuus gekeken wordt naar de doorloopsnelheid. Bij het berekenen van druppelsnelheid gaat het om het aantal druppels per milliliter, per minuut. Deze module is niet erg lastig en is makkelijk te berekenen met de formule, volume in milliliter x druppels/milliliter = aantal druppels/minuut. 

 

 

Oefenvraag

Een patiënt krijgt continu 1 liter sondevoeding per 8 uur. Met behulp van een druppelregelaar wordt de snelheid ingesteld. Op hoeveel druppels per minuut stel je de regelaar in, uitgaande van 20 druppels/milliliter. Rond af op hele druppels.

 

Antwoord

(1000 x 20)  /  (8 x 60) = 41,67

Dus de patiënt krijgt afgerond 42 druppels per minuut.

 

Oplossen

Een oplossing is een medicijn waar je vloeistof bij hebt gedaan. Je krijgt dus een medicijn met een extra toegevoegde vloeistof. De concentratie wordt daarin aangegeven met een percentage. Het is dus erg handig dat je de basis van het rekenen goed kent. Er is hier een gemakkelijke formule voor. Je hebt een aanwezige stof (A) en een voorraad (V). Deze deel je met elkaar, volgens de formule van voorraad (V) / aanwezig (A) = oplossing.

 

Oefenvraag

Hoeveel gram halamidoplossing is er opgelost in een 4% oplossing van 400 milliliter?

 

Antwoord

4 % = 4 gram / 100 milliliter

Milliliter 100 milliliter | 400 milliliter

Gram      4 gram           | 16 gram

Dus er is 16 gram halamidoplossing in een oplossing van 400 milliliter.

 

vochtbalans

Een patiënt krijgt veel vocht binnen, maar verliest ook veel vocht. Een vochtbalans is dan een overzicht van verloren vocht en opgenomen vocht. Dit houden de artsen bij, zodat de verpleegkundige dan de eventuele dosering kan aanpassen. Als een patiënt per 24 uur meer vocht verliest dan tot zich neemt, dan heeft de patiënt een negatieve vochtbalans en als de patiënt meer vocht tot zich neemt dan verliest, dan heeft hij een positieve vochtbalans. Je kunt ook een evenwichtige vochtbalans hebben, je hebt dan evenveel vocht verloren als tot je genomen.

 

Oefenvraag

Meneer van Loon heeft een infuus van 2 liter per dag. Hij heeft die dag 5 x 500 milliliter vocht gedronken en heeft 2 keer 150 milliliter vla op. Uit de wonddrain kwam 120 milliliter vocht. De urine katheter bevatte 1800 milliliter. Stel de vochtbalans op.

 

 

 

Antwoord

Opgenomen

Uitgescheiden

Positief of negatief?

2000 milliliter

500 milliliter

300 milliliter

= 2800 milliliter

120 milliliter

1800 milliliter

= 1920 milliliter

2800 milliliter – 1920 milliliter = 880 milliliter +

Dus de vochtbalans is positief

 

Gassen

Het is erg gemakkelijk om gassen te berekenen. Als de patiënt zuurstof toegediend hoort te krijgen, dan kun je dit simpel berekenen met behulp van 2 formules. Eerst doe je de druk x de inhoud van de cilinder = hoeveelheid zuurstof en daarna deel je het aantal liter op voorraad met het voorschrift (V) = hoeveel minuten je ermee kunt doen.

 

Oefenvraag

Een cliënt krijgt 5 liter zuurstof per minuut. Er wordt gebruik gemaakt van een zuurstofcilinder van 10 liter. De teller wijst 95 atmosfeer aan. Hoe lang kan de patiënt met de zuurstofcilinder doen?

Antwoord

5 x 100 = 500 liter

500 liter / 2 = 250 minuten

Dus de cliënt kan 250 minuten gebruik maken van de zuurstofcilinder.

 

Verdunnen

Bij een verdunning wordt de concentratie met een aantal procent verminderd. Je voegt aan de oplossing water toe en je krijgt dan een nieuwe oplossing met een groter volume en een lagere concentratie. Je berekent die met dezelfde formule. Voorschrift (V) in % x aantal milliliter / aanwezig in %.

 

Oefenvraag

In de voorraadkast op de afdeling staat een literfles hibisoloplossing van 70%, voor gebruik heb je 200 milliliter nodig van 35 %.

A. Hoeveel milliliter hibisoloplossing van 70% neem je van de voorraad mee?

B. Hoeveel milliliter water voeg je toe?

 

Antwoord

35 x 200 : 70 = 100 milliliter.

Dus je neemt 100 milliliter mee.

200 : 100 milliliter = 100 milliliter.

Dus je voegt 100 milliliter water toe.

 

Ook slagen voor je verpleegkundig rekenexamen?

 

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het verpleegkundig rekenexamen? Doe dan de verpleegkundig rekentraining van medischrekenenoefenenen.nl. Met de verpleegkundig rekentraining kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van verpleegkundig rekenen onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je ervoor dat je beter zult gaan scoren op de verschillende onderdelen van het examen. Bekijk hieronder onze trainingspakketten.